Het beleid van Momus (voorheen Platform Authentieke Journalistiek) is om ook een deel van onze “notities” te delen. Dat zijn notities die gemaakt zijn tijdens onze onderzoeksprojecten, gebaseerd op bijvoorbeeld afgenomen interviews, bestudeerde documenten of geraadpleegde literatuur.
Datum van notitie:
oktober 2019
Maker:
Platform Authentieke Journalistiek
Inhoud:
Transcriptie van een brief van klimaatscepticus Frits Böttcher aan John Hoekzema (BOVAG) (12 december 1996)
Bron:
Persoonlijk archief van C.J.F. (Frits) Böttcher in het Noord-Hollands Archief (Haarlem)
Context:
In een onderzoek naar Shell’s rol in (de sponsoring van) klimaatscepsis / klimaatontkenning – onderdeel van het Shell Papers onderzoeksproject van Platform Authentieke Journalistiek – onderzochten we het nagelaten persoonlijk archief van klimaatscepticus Frits Böttcher (1915 – 2008) en zijn financiële relaties met Shell en andere bedrijven. Dit onderzoek leidde tot publicaties in Follow The Money, Volkskrant en DeSmog over de steun die Böttcher ontving van diverse bedrijven voor zijn klimaatsceptische campagne tussen 1990 en 1998.
Notitie:
“Mr. J. Hoekzema
Voorzitter BOVAG
[adres]
12 december 1996
Beste John,
Je zult wel vernomen hebben dat de Stichting Global Institute enige weken geleden de schuld aan BOVAG heeft afgelost, waarna tot mijn genoegen prompt de door mij gestorte borgsom werd terugbetaald.
Alle pogingen sinds juli om andere oliemaatschappijen dan Shell, Texaco en Amoco te interesseren als sponsor op te treden mislukken. De negatieve berichten bereikten ons met maandenlange vertraging, omdat de beslissingen door de hoofdkantoren moesten worden genomen. Daar blijkt men van mening te zijn dat, gezien de besluiten van de in Genève gehouden ministersconferentie van juli j.l., nu alle aandacht moet worden gericht op de tweede verdedigingslinie – aantonen dat de door een aantal ministers voorgestelde drastische maatregelen “ter bestrijding van de C02-emissie” funeste economische gevolgen zouden hebben. Als voorbeeld van die nieuwe koers zend ik je bijgaand de vriendelijke, doch afwijzende brief die ik van Mobil Oil ontving. Juist van dit bedrijf had ik een bijdrage verwacht, gezien de je bekende drie advertenties in Wall Street Journal en andere bladen ten tijde van genoemde ministersconferentie.
De koerswijziging van de olieindustrie wijkt af van de strategie van de staalindustrie, wereldwijd georganiseerd in het in Brussel gevestigde International Iron and Steel Institute IISI. Tijdens een in Helsinki gehouden vergadering in september werd unaniem geconcludeerd dat de strijd aan het wetenschappelijke front verder moet worden gesteund. Zowel het IISI als Hoogovens hebben derhalve besloten ook in 1997 mijn C02-project te steunen. Gehoopt wordt dat andere staalbedrijven dit voorbeeld zullen volgen.
Ondanks het afhaken van de olieindustrie kon het deficit van circa Fl. 60.000,- worden weggewerkt, dankzij een initiatief van ir. van Veen (president Hoogovens) en ir. de Ruiter (ex directeur Shell Groep), die enige tientallen supporters van het CO2-project bereid vonden persoonlijk eenmalig elk Fl. 2.000,- bij te dragen.
[brief vervolgt]”
Brief Fuchs (DSM) aan Böttcher (11 mei 1998)
Gespreksverslag Böttcher en Van Engelshoven (27 juni 1994)